Bosbaden: breng het bos dichterbij

Er is al genoeg geschreven over de weldadige werking van bosbaden op ons zenuwstelsel, waaronder door ondergetekende, zowel op deze website[1, 2] als elders[1, 2, 3]. Vandaag wil ik het hebben over een ander aspect van bosbaden: de onmisbaarheid van bos voor … bosbaden.

De corona-pandemie zit nog vers in het geheugen van veel Nederlanders. Wat in míj́n geheugen vooral is blijven hangen is dat de nationale overheid en natuurorganisaties regelmatig oproepen deden aan het Nederlandse volk om vooral níét de natuurgebieden te bezoeken. Deze waarschuwingen werden gedaan omdat er daarvoor teveel bezoekers waren voor te wéínig natuur. Dus was het verzoek: “Ga alstublieft niet naar het bos!” Voor mij benadrukte dit de natuurarmoede van het financieel en materieel zo rijke Nederland. Vóór de pandemie, als de Nederlander natuur wilde ervaren, boekte die een reis naar het buitenland. Nu, na de pandemie, is dit niet anders. Dit terwijl er prachtige natuur is in Nederland. Echter is die natuur vaak alsnog niet om de hoek en wordt rustige recreatie (zoals bosbaden) vaak bemoeilijkt door de vele andere natuurrecreanten.

Zelf had ik het geluk dat ik me ter aller tijde kon terugtrekken in “De Schuilplaats” – ons eigen vakantiehuisje middenin het bos van Norg in Drenthe. Daar heb ik veel tijd doorgebracht in onze eigen natuurtuin en het rustige bos van Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer waarin ons huisje met privé-hei verscholen ligt. Ook de verhuur kon doorgaan, met wat extra maatregelen om besmetting tegen te gaan, waaronder een beperking dat er maar één gezin tegelijk in mocht.

Ik had het het geluk dat ik tijdens de pandemie in elk seizoen terecht kon op dit afgelegen plekje in het bos van Norg (Drenthe). 8 februari 2021.

Maar niet iedereen had die luxe. Naast losse vakantiehuisjes zoals dat van ons in Norg, waren veel vakantieparken ook volledige volgeboekt. Mensen wilden toch graag even weg van de stad, de natuur in, zolang ze niet vrij konden reizen. Verder visten bosliefhebbers naast de boot; ze moesten zien te bosbaden zonder bos. Daarom stel ik voor: besteedt u volgende vakantie aan het dichterbij brengen van het bos!

Mijn vakantie-idee is heel simpel en kan zo goedkoop als u wilt:

  1. U zoekt een bossige omgeving waarin u zich prettig voelt. Dit kan dichtbij huis of verder weg.
  2. U zoekt een omgeving zo dicht mogelijk bij u huis waar u toestemming heeft (of kan krijgen) om te tuinieren. Heeft u een eigen tuin? Fantastisch! Kent u iemand die geen zin hebben iets met hun tuin te doen (en deze daarom bijvoorbeeld hebben volgelegd met tegels)? Misschien wel minstens zo goed!
  3. Van deze grond gaat u beginnen een bostuin maken, al dan niet met hulp. In de basis gaat dit om níksdoen en heel veel ruimte laten aan natuurlijke processen.
  4. Een bos en ook een bostúín is nooit af. Vanaf nu kúnt u altijd wel wat doen, maar hóéft u niks meer, behalve de natuur haar gang te laten gaan.

Stap 1. Zoek het bos

Stap 1 is dus bosbaden. Het enige wat u hiervoor nodig heeft is een stukje bos waar de voornaamste zintuiglijke prikkels van het bos komen en niet van andere bosbezoekers van het genus Homo. Ik bedoel dus een plek waar het bos hoorbaar is en de vogels en insecten niet overstemd worden door crossmotoren, waar u middenop het pad kan staan mijmeren zonder bang te hoeven zijn dat u ondersteboven wordt gereden door een MTB.

Op deze plek in het bos van Norg in Drenthe baadde ik in het lage, magische licht. 13 april 2021.

U bent in het bos om inspiratie op te doen voor u eigen bostuin. Hoe zou het voelen om uzelf vaker onder te kunnen dompelen in vogelgeluiden, nectargeuren en de frisse, kalme boswind? Welke delen van het bos vindt u het prettigst voelen? Onder de bomen? Langs de bosrand? Op een open plek? Boven in een boom? Liggend op een deken op het mos? Verschilt dit afhankelijk van het weertype? Wanneer zoekt u de donkere plekken in het bos, en wanneer zoekt u de plekken waar er meer zon door het kronendak filtert of er een stuk open hei om u heen gonst van het insectenleven?

Stap 2. Ontvang het bos

Als u keer op keer ervaart hoe prettig het toeven is in het bos, waarom haalt u het bos dan niet naar huis? Heeft u een tuin? Begin dan daar. Veel tuinen zijn klein en hoeveel bos past er nou in plaats van 20 vierkante meter tegels of 30 vierkante meter gazon? Niet véél bos, maar wel heel erg mooi, divers bos. Tot de meest biodiverse delen van het bos behoren de zogenaamde bosranden. Randen, zoals de overgang tussen heide en bos, worden in de ecologie ook wel gradiënten genoemd. En – let maar eens op! – juist in de bosránden zult u enorm veel vlinders, vogels en bloeiende struiken en planten tegenkomen die u verder zelden ziet.

U heeft niet veel ruimte nodig voor u eigen mini-bos. Het is wel nóg leuker als u het met een paar mensen samen kan doen. Misschien zijn de buren ook wel uitgekeken op hun ecologisch armoedige, burgerlijke tuintje.

Stap 3. Begin een bos

Een bos beginnen is écht heel simpel. U hóéft werkelijk niks te doen. De natuurlijke successie – zo noemen ecologen de opvolging van verschillende soorten – beweegt vanzelf richting bos. Als u ophoudt uw tuin te schoffelen, uw gras te maaien of zelfs u tegels schoon te maken, schieten er vanzelf boompjes omhoog. En heeft u genoeg geduld, dan zit u binnen 10 jaar onder uw eigen, spontaan opgekomen bomen.

Dit komt door wat misschien wel het enige ecologische principe is dat u moet kennen om uw eigen bos welig te laten tieren: successie. Ecologische successie gaat niet over troonopvolging, maar over de opvolging van soorten in de tijd. In het Nederlandse boslandschap is een goed voorbeeld hiervan bijvoorbeeld de overgang van heideveld naar dennenbos en van dennenbos naar loofbos.

Bloeiend privé-heideveld bij ons vakantiehuisje in Norg, Drenthe. 16 augustus 2020.

In heide die niet begraasd wordt komen gaandeweg naaldbomen op. De schrale heidegrond wordt door de afvallende dennennaalden en takken steeds voedselrijker en geschikter voor loofbomen die in de schaduw van de dennen geduldig hun weg tot het kronendak afleggen. De struikheide (in de foto boven) gaat al vroeg over in kraaiheide. Onder het dichter wordende kronendak groeit als snel helemaal geen heide meer. Mos en varen gaan domineren. Als na nog een aantal jaren de vruchtbare humuslaag van in meer of mindere mate verteerde bladeren en takken voldoende rijk wordt, beginnen er bosbessen te groeien, eik gaat over in beuk, enzovoorts.

Deze vermolmde grove den is waarschijnlijk bezocht door een zwarte specht. In dit deel van bos in Norg (Drenthe) is de successie zover dat de grove dennen (die zo’n zeventig jaar geleden begonnen te groeien toen de begrazing van de heidevelden rondom Norg werd stopgezet) beginnen af te sterven nu dat de kroonlaag is overgenomen door loofbomen. 3 oktober 2020.

Maar, lijkt u een beetje op mij, dan wacht u liever geen 10 jaar om van de schaduw van uw eigen bomen te genieten. En dat hoeft ook niet. U kunt bijvoorbeeld beginnen met al gekiemde boompjes, in plaats van te wachten tot een Vlaamse gaai of een eekhoorn een paar eikels in uw tuin begraaft en vergeet. En als u ook op die manier van uw tuin wilt genieten, kunt u ervoor kiezen fruit- of notenbomen en struiken aan te slepen. Afhankelijk van de ruimte, kunnen dit bijvoorbeeld tamme kastanjebomen zijn, of hazelaars. In de schaduw daarvan kunnen dan weer prima bessenstruiken gepoot, die makkelijk te stekken zijn door een takje van een andere bessenstruik in vochtige grond te stoppen. Bent u geïnteresseerd in eetbare natuur, zoek dan maar eens op “voedselbos”.

Een hele effectieve ecologische techniek die u kunt gebruiken om de successie richting een gezonde bos- of bosrándbodem te versnellen is trouwens “mulching” – het inzetten van dode plantmaterie om het bodemleven te stimuleren. Een volwassen bos mulcht haar eigen bodem, door vallende bladeren, takken en complete bomen, alsook dode dieren. In uw pas-gestarte bos kunt u deze mulch aanslepen in de vorm van tuinafval van anderen, die vaak blij zijn als ze er gratis vanaf kunnen raken. Ik kreeg vaak grote hoeveelheden boomstronken (met wortelkluiten) en takken van de plaatselijke hovenier. Hij kwam het zelfs gratis storten, omdat ie bij mij tenminste geen stortkosten hoefde te betalen!

Dood hout is sowieso een grote pre in een gezond bosecosysteem. Een gezond bos bestaat voor ongeveer de helft uit dood hout. Het dode hout dient als voedsel voor veel ongewervelden, die weer als voedsel dienen voor andere dieren, zoals de zwarte specht die in de foto hierboven waarschijnlijk op zoek is geweest naar sappige larven en dergelijke in het zachte, vermolmde dennenhout.

Stap 4. Begeleid uw bos

Is de natuur eenmaal aan het herstellen in uw achtertuin (of op wat tot voor kort een kale akker of Engelse raaigraswoestijn bij u in de buurt was), dan kúnt u, als dit u plezier geeft hier oneindig in sturen. Maar let op: er is wel een verschil tussen een bos en een park! De typische sensatie van een bos verijst een veelheid aan allerlei soorten lagen en leven, van een kroonlaag tot aan een kruidlaag. Een gemiddeld park bestaat uit een grote grasvlakte met misschien een vijver en her en der een losstaande boom.

Als ik het heb over het begeleiden van uw bos dan bedoel ik dat u uzelf telkens opnieuw de vraag te stellen: wat kan ik op dit moment doen om te zorgen dat mijn bos aantrekkelijker wordt voor elfjes en kaboutertjes? Zodra het antwoord hierop is “niets”, dan kom ik graag eens een kijkje nemen in uw bos. Snapt u niet wat ik met deze vraag bedoel? Dan bent u het goede stukje bos nog niet tegengekomen. Ze bestaan echt! (Nee, of die elfjes en kaboutertje echt bestaan weet ik niet.)

Een bostuin ontleent haar magische kwaliteit aan de mate waarin het lijkt alsof de natuur vrij haar gang kan gaan, zelfs als er wel wordt ingegrepen en bijgestuurd. Voor mensen zonder natuurbeschouwelijke achtergrond lijkt zo’n tuin “wild”, omdat er ruimte is voor natuurlijke processen en de kaders, voor zover die er zijn, organisch zijn ontstaan, niet zozeer als keurslijf, maar in samenspraak in de natuur. Foto: 7 oktober 2021.

Auteur: rowan

Rowan schrijft graag over zijn passie voor ecologisch tuinieren, ook in het Engels, op sapienshabitat.com over zijn passion for ecological gardening. Als hij niet bezig is met de wereld om hem heen groener en biodiverser te maken, probeert hij inefficiënte, stroomverspillende software overbodig te maken. In zijn boek Why Programming Still Sucks biedt hij korte- en lange termijn alternatieven voor sofwareontwikkeling. In het kader van skin in the game, brengt hij samen met een paar compagnons de aanbevelingen uit dat boek in de praktijk in FlashMQ: een flitsend snelle MQTT hosting dienst.