Vanessa cardui is een trekvlinder, net als haar genusgenoot Vanessa atalanta. V. cardui is echter wel wat een wat minder ruige feestganger en houdt niet van de rottende fruit-cocktails, waar V. atalanta zich zo graag mee volzuigt.
Vanessa cardui is niet kieskeurig waar ze haar nectar vandaan haalt. Zoals zoveel vlinders, drinkt ze bijvoorbeeld graag van de bloemen van Buddleja davidii (vlinderstruik). Maar, aangezien ik de (kalkminnende!) Buddleja in onze bostuin in Norg nog nooit erg overtuigend aan de praat heb weten te krijgen, moet V. cardui het doen met de vele andere bloeiende planten rondom ons vakantiehuisje.
Qua waardplanten is V. cardui een stuk kieskeuriger. Het zijn, zoals de naam ‘distelvlinder’ al doet vermoeden, vooral een paar distelsoorten waar V. cardui graag haar eitjes op afzet: volgens Wikipedia zijn dit bij voorkeur de akkerdistel, de kale jonker en de speerdistel. Maar, net als voor V. atalanta, is volgens de Vlinderstichting ook de grote brandnetel (Urtica dioica) een gewilde waardplant.
Net als Vanessa atalanta, trekt V. cardui in het voorjaar massaal van Zuid-Europa naar koudere streken zoals Nederland. Niet alle vlinders vliegen in het najaar terug naar het zuiden. Ze kunnen dan ook tot laat in december waargenomen worden. Deze laatblijvers zullen de winter niet overleven. De vroegste waarnemingen zijn van januari, niet lang na de láátste, maar de meeste distelvlinders worden zijn in Nederland te zien tussen april en oktober.
Ook al is het een nogal gewone vlinder: ik zou graag wat distelsoorten in onze natuurtuin introduceren om de distelvlinder nóg wat veelvoorkomender te maken. Mocht u, als toekomstige gast van De Schuilplaats, zaad hebben van één van de volgende distelsoorten, nodig ik u van harte uit om dit rond te strooien op geschikte plekjes in onze wilde bloementuin:
- De akkerdistel (Cirsium arvense) zou het goed moeten doen in de groententuin, tegenover het houthok. Daar is de bodem redelijk voedselrijk en ruderaal. (Met ‘ruderaal’ doel ik op een regelmatig verstoorde bodem.)
- Ook de kale jonker (Cirsium palustre) zou het goed in één van de groentenbedden moeten kunnen doen.
- Mogelijke habitats voor de speerdistel (Cirsium vulgare syn. Cirsium lanceolatum) zijn:
- de stenenrand rondom het zonnige zuidterras,
- de kruidenrijke gradiënt tussen deze rotstuinborder en onze privé-heide, en/of
- de bermen van onze privé-toegangsweg.