Ik zag dit zwammetje denk ik voor het eerst in 2020. Daarvoor had ik het nog nooit in mijn leven gezien. Toen ik dit organisme aantrof in één van de verhoogde groentebedden, zat ik er een tijd vreemd naar te kijken. Ik vond geloof ik eerst een open bekertje, met daarin iets wat leek op zaden. Maar ik zag verder geen plantdelen. Een parasitaire plant? Een zwam? Maar een zwam heeft geen zaden; een zwam heeft sporen. Zouden het dan een soort sporenbundels zijn? Zou het bekertje een soort “nestje” met sporenbundels zijn? En zo gokte ik zomaar de naam: “nestzwammetje”.
Het is heel erg lonend om een soort te zien – helemaal in eigen tuin! – die je nog nooit eerder in je leven hebt waargenomen. In onze Drentse bostuin overkomt dit ons vaak, ook voor zwammen. Zo zag mijn vader de eerste sponszwam van zijn leven – een leven waarvan hij veel tijd in de natuur heeft doorgebracht – naast de parkeerplaats van ons vakantiehuis.
De plek in de tuin waar ik de gestreepte nestzwammetjes (Cyathus striatus) voor het eerst gezien heb zijn de verhoogde vaste groentenbedden die ik een aantal jaar daarvoor had gemaakt. De bovenste laag bestond initieel uit een behoorlijke lading niet tot nauwelijks verteerd dood hout (afval van een plaatselijke hovenier). En laat dood hout (en ander dood plantenmateriaal) nu precies zijn waar veel schimmels van houden! De ondergrondse schimmeldraden helpen dan vervolgens weer met het vasthouden en reguleren van water en andere nutriënten, naast de belangrijke rol die ze spelen in het recyclen van de voedingsstoffen in die dode materie.
Dood doet leven.
Bovenstaande foto’s zijn in de zomer van 2020 genomen. Cyathus striatus is een zwammetje die sindsdien vaak juist in de zomer in onze tuin te zien is. Ik kan me niet herinneren dat ik in de herfst al wel eens de vruchtlichamen heb gezien, maar dit zou volgens het internet wel mogelijk moeten zijn.