Ik geen idee waar de Nederlandse naam voor Silene coronaria vandaan komt: “prikneus”. Er is namelijk weinig prikkerigs aan S. coronaria. De diepdonkerroze bloemen zijn fluweelzacht. De steel en bladeren zijn zachtfluweel behaard. Misschien prikken de pollen als ik ze hard genoeg opsnuif? Als iemand het weet, dan leer ik graag wat over de etymologie van “prikneus”.
Hoe Silene coronaria in de natuurtuin bij ons vakantiehuis in Norg terecht is gekomen weet ik niet helemaal zeker. De eerste S. coronaria kwam op naast een salieplant die uit haar/zijn pot gegroeid was op het balkon van mijn zus Arwen. Waarom ik toch twijfel: zij zegt nooit een prikneus in één van haar balkonpotten gehad te hebben!
Inmiddels heeft die initiële prikneus zich uitgezaaid door de rotstuinborder rondom het zuidterras. Silene coronaria kan goed overweg met het droge zand waarin die zwerfstenen liggen.
Héél goed doet S. coronaria het nog niet in onze natuurlijke bloementuin in Norg. Vooralsnog zie ik de meeste jaren nog maar één exemplaar bloeien. Daarom: als ik prikneuszaden tegenkom, probeer ik ze op gunstige plekjes in wat los zand tussen de natuurstenen te planten. Hopelijk kan ik ergens in het komende decennium een keer uitroepen: nu heeft prikneus zich écht gevestigd!