Boletus edulis – de “eetbare boleet”. B. edulis is zó eetbaar dat je veel Zuid-Europeanen er wakker voor mag maken. In tegenstelling tot Nederlanders zijn Italianen, Fransozen en Portugezen nogal happig op wilde paddenstoelen, en op Boletus edulis (“gewoon eekhoorntjesbrood”) zijn ze óngewoon happig.
In Frankrijk heet B. edulis “Cèpe de Bordeaux”; in Italië noemen ze hem “porcino”; in Spanje heeft ie een handvol namen, waaronder “calabaza”; en in Portugal heet B. edulis simpelweg Boletus edulis.
Dat B. edulis tot de orde van de boletales (boleten) behoort is nogal makkelijk vast te stellen: zoals alle boleten, bevinden zich onder de hoed buisjes, in tegenstelling tot bijv. lamellen of poriën. Bij veel boleten doet u er goed aan om het sponzige deel met die buisjes eruit te snijden of schrapen. Die geven vaak een nogal slijmerig mondgevoel. Bij B. edulis vind ik dit persoonlijk minder nodig, omdat de buisjes, net als de rest van de zwam, tamelijk stevig zijn.
In oktober in Norg heb ik geen erg goede foto’s van de B. edulis kunnen maken, maar ze volstaan wel als referentie voor de wildplukker.
Voor een boleet, heeft B. edulis een nogal bolle, stevige, vlezige stam, die, vooral bij jonge exemplaren, vaak even breed of zelf nog breder is dan de hoed. In de foto kunt U in het verschil tussen de twee exemplaren goed het kleurbereik van de hoed zien. De onderkant van de hoed – de buisjes – worden vaak geler bij oudere exemplaren.
B. edulis is goed te drogen, en de prijs voor gedroogde exemplaren kan flink oplopen in sommige streken. Maar voordat u nu flinke ladingen gaat plukken, moet u eerst even nadenken over hoe u er aan kan bijdragen dat er voldoende geschikte habitat bijkomt voor als meer Nederlanders meer paddenstoelen zouden willen wildplukken. Zoals veel symbiotische bospaddenstoelen, heeft B. edulis baat bij een gezonde, volwassen bosbodem – dat betekent dus bos dat vooraal heel veel met rust wordt gelaten en waarin bomen en bodemleven de tijd krijgen om te groeien – een bos zoals het bos rondom De Schuilplaats in Norg.
De B. edulis exemplaren die in oktober in de risotto gingen kwamen uit onze eigen bostuin, naast de parkeerplaats van ons vakantiehuisje in Norg. Het loont om de bodemgemeenschap haar gang te laten gaan en dood hout, gevallen blad en dennennaalden niet te verwijderen. We voegen vaak juist nog wat dood, houtig plantenmateriaal toe, om de bodemontwikkeling (en daarmee de bossuccessie) te versnellen). Een gezond bos bestaat uit 50% dood hout en zit vol met zowel symbiotische schimmels zoals B. edulis, alsook hout- en ander organisch materiaal-afbrekende schimmels. In een gezond bos blijft ook dode materie in leven!