Toen ik onlangs trots vertelde over de wilde akeleien in onze bostuin in Norg, illustreerde ik die natuurnotitie met een paar foto’s van paarse akeleien, met de kanttekening dat er meer kleurvariaties bestaan dan alleen paars. En nu kwam ik mijn foto-archief warempel roze akeleien tegen!
Aquilegia vulgaris is inheems in Nederlands, en inheemse planten hebben meestal een puntje voor bij ecologische tuiniers, waaronder ondergetekende. Bovendien is A. vulgaris een nectarplant, wat een mij een omfloerste manier is van zeggen dat ikzelf de plant graag zie of ruik met als geïmpliceerde verantwoording dat bestuivers de plant ook graag zien en ruiken.
Het zal veel bestuivers waarschijnlijk niet uitmaken of de bloemen van A. vulgaris paarse, roze of wit zijn. Maar ikzelf word erg blij van die diversiteit. En ik hoop u ook, mocht u één van de gelukkigen zijn die een stukje voorjaar doorbrengt bij ons romantische vakantiehuisje in het bos van Norg.
Bestuivers zien trouwens ook kleur. Dus het is niet vergezocht om te denken dat zelfs kleurvariëteit binnen dezelfde plantensoort kan helpen voor de diversiteit van insecten. En we hebben nogal wat diversiteit aan insecten op ons afgelegen plekje in het bos van Drenthe! Terwijl de diversiteit en veelheid aan insecten in de rest van het land hard achteruit holt, zien we rondom ons vakantiehuis in Drenthe elk jaar een grotere pracht aan insecten en insecteneters. Veel vogelsoorten eten graag insecten, maar ook kleine zoogdieren zoals egels hebben insecten op hun boodschappenlijstje staan; zelf boommarters lusten graag een loop- of een mestkevers – beiden soorten die volop in het bos rond ons vakantiehuisje aanwezig zijn.
De wilde akelei bloeit in een periode dat de hele wilde bloementuin rondom de Schuilplaats volop in bloei staat, elk jaar in meer kleuren en geuren. De wilde hyacint bijvoorbeeld is ook ieder jaar uitbundiger, in grofweg dezelfde kleurvariaties – paars, roze en wit – als de wilde akelei. (Nee, ze zijn geen familie van elkaar; Hyacinthoides non-scripta – de wilde hyacint – komt uit de aspergefamilie en Aquilegia vulgars – de wilde akelei – komt uit de ranonkelfamilie.) Als u de Schuilplaats boekt voor het voorjaar, bent u verzekerd van een bloemendeken die elke dag verandert, terwijl de vroegste bloeiers (zoals de sneeuwklokjes) worden opgevolgd door steeds latere bloeiers. Mijn doel als ecologisch tuinier is om in elk jaargetijde een zo’n rijk en gevarieerd mogelijke bloemenpalet om de Schuilplaats heen te toveren.
Dankzij de keuze voor zoveel mogelijk wilde en inheemse bloemen, kan ik voor dit doel leunen op de toverkracht van Moeder Natuur. In plaats van de natuur te controleren, hoef ik alleen maar af en toe bij te sturen, door bijvoorbeeld te zorgen dat de stukken bloementuin met zonneminnende soorten niet overschaduwd raken door bomen.
A. vulgaris kan trouwens goed tegen schaduw, maar die schaduw moet niet te zwaar zijn. Om Wikipedia te citeren, houdt A. vulgaris van “vochtige, beschaduwde grassige plekken en [van] lichte plaatsen in een loofbos.”