Helianthus × laetiflorus is de wetenschappelijk naam van de stijve zonnebloem. Het is niet sjiek om wetenschappelijke namen “Latijnse namen” te noemen. Dat leerde ik ooit van een oud-NJN’er, tevens bioloog. Hij wees me erop dat, ook al zijn veel wetenschappelijke namen ontleend aan Latijnse woorden, ze ook vaak afgeleid zijn van persoonsnamen; bovendien bestonden deze wetenschappelijke namen niet in het oude Rome.
Als wetenschappelijke naam is Helianthus × laetiflorus sowieso opvallend. Normaal gesproken bestaan soortsnamen uit de naam van het genus – in dit geval Helianthus – gevolgd door een specifieke bijnaam. De x betekent dat Helianthus x laetiflorus een hybride is, tussen Helianthus paucifluros Nutt. en Helianthus tuberosus L..
Maar ik heb H. x laetiflorus niet in het terrein rondom de Schuilplaats uitgeplant vanwege haar naam. Ik kende haar prachtige gele bloemen uit mijn moeders voormalige tuin in Haren (niet ver van Norg) en was zodra ik haar leerde kennen meteen onder de indruk van haar uitbundige bloeiwijze en dat in het najaar – een flinke periode in het najaar, van september tot en met oktober. Mijn moeder noemde H. x laetiflorus dan ook niet stijve zonnebloem, maar herfstzonnebloem.
Deze herfstzonnebloem is voor mij één van de grote attracties als ik in de herfst door het terrein rondom ons vakantiehuisje slenter. Het is één van die fleurige verschijningen waardoor ik vaak niet eens onze eigen tuin verlaat, ondanks dat die tuin omsloten is met een prachtig bosgebied van Natuurmonumenten.
Als ecologische tuinier moet je jezelf soms afvragen: hoort deze soort hier wel thuis? De stijve zonnebloem komt van oorsprong uit Noord-Amerika. Het is dus een zogenaamde exoot. Soms kunnen exoten problemen geven. De Japanse duizendknoop is zo’n “invasieve exoot”. In ons land, buiten zijn oorspronkelijke context, mist hij zijn natuurlijke vijanden en verdrukt met zijn metershoge bamboe-achtige staken de inheemse flora. Bij de Schuilplaats zijn we, na ruim 15 jaar, nog bezig om de laatste restjes van deze veroveraar terug te dringen.
De stijve zonnebloem is niet zo opdringerig, maar kan zich wel prima handhaven en uitbreiden (vooral via haar wortelstokken) in onze ecologische, “wilde tuin”.
Één van de criteria om een gewenste van een ongewenste immigrant te onderscheiden is de mate waarin deze zinvol weet te participeren in locale ecologische interacties. Mijn litmus-tes daarvoor: lusten de bijtjes deze bloemetjes?
Het oordeel van de vliegbeestjes: Helianthus x laetiflorus is een model-immigrant.